Kunst in de digitale periode

Kunst, corona en quarantaine in een digitale wereld

Ik zit thuis en blader wat door boeken over kunst. Tegenwoordig is de kwaliteit van deze foto’s hoog, en zijn er veel details te zien. Het verzacht een beetje de pijn van het niet in het echt kunnen zien van kunstwerken. Ook door het internet kunnen we tegenwoordig veel zien waar vroeger een bezoek aan een museum of galerie voor nodig was. Toch is het tijd voor een stukje reflectie op dit soort instituten, want wat kunnen we ermee nu ze dicht zijn in de coronacrisis? Deze crisis biedt dus de uitgelezen kans om hierover na te denken.

Een paar jaar geleden was ik op vakantie in Zuid-Frankrijk. Op een van de laatste dagen daar besloten we om een ‘kleine’ excursie te doen naar het noorden van Spanje. Na een paar uur rijden kwamen we in een klein stadje, waar we door een tunnel moesten rijden. Na de tunnel kwam een bocht en doemde een van de bekendste gebouwen in de moderne kunstgeschiedenis op: het Guggenheim Museum in Bilbao. Natuurlijk wist ik als student kunstgeschiedenis hoe dit icoon van postmoderne architectuur eruit zou zien, ik had genoeg afbeeldingen onder ogen gehad. Deze reproducties hadden me echter niet voorbereid op het effect dat dit gebouw op me zou hebben; oog in oog staan met dit museum deed me de wereld even vergeten. Er wás even niks anders.

Docenten kunstgeschiedenis hameren er doorgaans op dat kunst niet alleen geleerd kan worden uit een boek. Vandaar het enorme aantal bezoeken aan galeries, musea, wandelingen door steden, parken, en excursies naar het buitenland. Wij reizen nou eenmaal makkelijker dan kunst. Reisden dan. En naast het feit dat reizen niet meer gaat heeft het coronavirus een enorme impact op het culturele leven, het sluiten van de musea is er hier één van. Daarbij stuiten we op een probleem: waaraan ontleent kunst die niet gezien kan worden haar bestaansrecht?

Nu leven we in een tijd waarin technologie het mogelijk heeft gemaakt beeldmateriaal razendsnel te delen en globaal beschikbaar te maken. Websites van musea en galeries, Facebook, Twitter, Instagram. Voor degene die wil, kan de inhoud van talloze musea in een paar uur de revue zijn gepasseerd. Daarbij lijkt het erop dat omdát fysieke toegang tot veel kunst onmogelijk is, dit gemis wordt opgelost door sociale media. Ikzelf volg veel instituten op Instagram die kunst, of over kunst posten. Mijn feed is sinds de coronacrisis ontploft qua kunst. De leuke kiekjes in de kroeg of op het strand van vrienden zijn grotendeels vervangen door tekeningen, schilderijen, standbeelden, installaties, architectuur. Dit doet me voorzichtig concluderen dat kunst een levensbehoefte is. Voor veel mensen in ieder geval.

Ook leidt het gesloten zijn van musea, en de stop op het reizen tot inspirerende, ontroerende, en soms gewoon hele grappige initiatieven. Een van de leukste vind ik de Instagram account ‘Tussen Kunst & Quarantaine (https://www.instagram.com/tussenkunstenquarantaine/). De bedenker roept op om een bekend kunstwerk uit te kiezen, deze na te spelen met een maximum van drie objecten in huis, en de foto vervolgens te delen. Dit heeft geleid tot een enorme hoeveelheid aan inzendingen die getuigen van creativiteit, inventiviteit, en bovenal humor. Binnen de kortste keren had dit account een enorme schare aan volgers, wat maar weer eens een indicatie is hoeveel mensen over de hele wereld de behoefte hebben om met kunst bezig te zijn.

Natuurlijk kan er ook serieuzer om worden gegaan met kunst, sociale media en digitalisatie. De National Portrait Gallery in London is het initiatief Hold Still gestart (https://www.npg.org.uk/hold-still/). Het is een community-based project om via fotografie de ‘geest, stemming, hopen, angsten, en gevoelens’ vast te leggen tijdens de coronacrisis. Hiermee ontstaat niet alleen een testament van een tijdperk, ook spoort Hold Still aan tot creativiteit van een gehele gemeenschap.

Traditioneel zijn musea instituten die kunstwerken conserveren, er onderzoek naar doen, en deze resultaten presenteren aan bezoekers. Internet en sociale media heeft ervoor gezorgd dat het laten zien van kunst en over deze kunst informatie geven gewoon door kan gaan. Dit is een logisch gevolg van een al langer durend proces van digitalisatie, en het online beschikbaar maken van beeldmateriaal en informatie. Dit ‘ontsluiten van de collectie’ kan mogelijk in een stroomversnelling raken door de huidige crisis. Op korte termijn heeft het coronavirus als gevolg dat kunst minder makkelijk beschikbaar is voor iedereen. Instellingen zullen na moeten denken over digitale mogelijkheden om een zo breed mogelijk publiek te kunnen bereiken.

Musea en galeries zijn aan af weer open. De regels rondom het coronavirus van de overheid zullen invloed hebben op het museumbezoek, net zoals op andere facetten van het leven. Ik hoop dat iedereen die een museum wil bezoeken dit gewoon zal kunnen doen. Wel zijn we door deze crisis erachter gekomen dat digitale platforms voor kunst in een behoefte voorzien voor veel mensen. Er zal moeten worden nagedacht hoe deze digitale mogelijkheden in de toekomst het ervaren van kunst kan verrijken. Zelf ben ik groot voorstander van het museum- en galeriebezoek aanvullen – maar niet vervangen.

Artikel door Wouter Maas. Kunsthistoricus bij Galerie Sorelle Sciarone. Tascha Sciarone (Gallery Manager, Gallery Sorelle Sciarone) heeft hem gevraagd een artikel te schrijven over zijn ervaring met kunst tijdens de afgelope pandemie.

Op December 19, 2020